Beklimming van de hoogste berg van Tirol

MOEDER, WAAROM KLIMMEN WIJ?

Het is vier uur in de morgen, het is koud en ik wil terug naar mijn bed.
Een klapperende wind probeert me de kleren van het lijf te rukken en de zon zit nog ergens aan de andere kant van de aarde. Samen met nog twee andere mensen wil ik de hoogste berg van Tirol beklimmen. Moet dat echt nu?

Ik heb in mijn leven al heel wat tijd doorgebracht met het beklimmen van stukken steen en andere uitstulpingen. Honderden bergen later weet ik het nog altijd niet. Waarom maak ik me in Godsnaam telkens zo moe. Waarom wil ik persé naar een punt waarvan je alleen maar opnieuw naar beneden kan.
Een beroemd Brits klimmer zie ooit dat ie bergen beklom simpelweg omdat ze er waren. Anderen zeggen dat klimmen een oerinstinct is. Misschien doe ik het uiteindelijk toch ook wel wat omdat het gewoon fijn is...

Terwijl ik hijgend achter de gids en een vriendin aanloop, vraag ik me af of dit nu wel prettig is. Mijn fysieke conditie is momenteel niet echt wat ze hoort te zijn en mijn longen lijken maar niet genoeg zuurstof binnen te krijgen. Nochtans is de beklimming van Tirols hoogste berg niet echt moeilijk. De 3774 meter hoge Wildspitze is een redelijk eenvoudige sneeuwbult zonder al te veel hindernissen in de vorm van loodrechte rotsmuren e.d. Iedereen die een beetje kan stappen moet dit dus kunnen.

Camerapret

Onze gids Paulie is natuurlijk een rasechte bergbewoner die niks anders doet dan arme plattelanders naar één of ander hoog punt te zeulen. Hij stormt naar boven als een hongerige vlieg op zoek naar een verse paardendrol. Deze man heeft geluk. Hij weet immers dat ie louter voor de centen naar boven gaat.

Vriendin Els loopt voor de eerste maal in de eeuwige sneeuw en vindt het geweldig. Wanneer rond zes uur in de morgen de zon eindelijk besluit te gaan schijnen, ziet de toekomst er plots al weer wat zonniger uit. We hebben zonet een smerig steil hellinkje naar een kleine col opgestrompeld en het wordt stilaan wat warmer. De zon heeft nog een ander voordeel. Ik kan eindelijk mijn dikke camera inroepen als smoes om af en toe even te stoppen. Niet dat ik moe ben maar ik wil gewoon even een fotootje trekken. Bovendien is het instellen van belichting, diafragma, e.d. in deze barre klimatologische omstandigheden natuurlijk heel moeilijk en duurt alles wat langer dan normaal. Hey, sorry, ik ben nu eenmaal fotograaf, weet je wel.

Klimmers hebben een vreemd overdreven samenhorigheidsgevoel. Niet moeilijk met zo’n touw rond je lijf dat je verplicht om het tempo van de man of vrouw voor je te volgen. Ik trap me te pletter om me niet te laten kennen. Vanaf de col loopt de eenvoudigste route naar de top langs een schitterende graat die langs de twee zijden op een reusachtige glijbaan lijkt. De zon piept net over de linkerhelling en zet alles in een prachtig strijklicht.

Ik begin stilaan terug te beseffen waarom ik me dit telkens weer opnieuw aandoe. Maar het besef is nog te vaag en wordt te sterk overstemt door het geluid van mijn stampende voeten in de krakende sneeuw.
De zon heeft nog niet voldoende kracht om de sneeuw daadwerkelijk zacht te maken. Dat is trouwens ook de reden dat we zo vroeg vertrekken.
Door de koude van de nacht is de gehele berg nog stevig bevroren en is het makkelijk lopen op de ijzige bodem.
Dat wegzakken in papperige sneeuw behoorlijk vermoeiend kan zijn, zullen we later merken.

Eindelijk

Omdat ik wat foto’s van boven uit wil nemen, loop ik het laatste deel naar de top als eerste. Nu het lijkt alsof ik de leiding heb, voel ik me plots een pak sterker. Ik haal zowaar een andere sukkelaar in die moeizaam de laatste meters naar de top aflegt. Boven ons blaast de wind sneeuw over de topgraat die als een zilveren deken ons lijkt te willen toedekken.

Het steeds minder steil wordende stukje naar de top loop ik haast naar boven als een paard dat haver ruikt. Iets meer dan drie uur nadat we de hut hebben verlaten, staan we op het hoogste punt van Tirol. Een gierende wind slaat ons in het gezicht. Ik ben plots laaiend enthousiast. Ik weet het weer.

De laatste meters naar de top van de WildspitzeErik Tanghe op de top van de WildspitzeDe weg terug naar het dal

Het uitzicht is net als de wind adembenemend. Alles rondom ons ligt lager en het felle blauw van de lucht contrasteert fel met de witte wereld om ons heen. Els wil hier zo snel mogelijk weg. Ondanks haar dikke wanten kan ze haar handen niet meer warm houden. De wind lijkt op een tornado met kiespijn. Ik zou hier uren willen blijven. De koude kan me gestolen worden. Nu ik weet dat ik alleen nog maar naar beneden moet, lijkt mijn rugzak plots een pak lichter, bijt de koude minder sterk en is mijn conditie beresterk.
Ik schiet een paar filmpjes vol en volg haast met tegenzin de anderen opnieuw richting dal.

Ondertussen is de sneeuw pappig geworden door de ochtendzon. De hard bevroren bovenlaag breekt soms als een laagje poedersuiker op een verjaardagstaart en torpedeert ons telkens weer tot de knieën in de sneeuw. Leuk is anders. Hoe sneller we lopen, hoe beter het gaat. Ik ben blij wanneer aan de col van daarstraks het touw los mag en ik als een dolle hond naar beneden kan sprinten.

Waarom mensen bergen beklimmen?

Omdat afdalen zo lekker is…

Tekst en foto’s: Erik Tanghe